Fundamanten studie hoofdstuk 4

Geloof in God

Inleiding

Het tweede onderdeel van het fundament, zoals beschreven in Hebreeën 6 vers 1 en 2, is geloof in God. Net zoals bekering van dode werken is dit ook een heel belangrijk onderdeel van het fundament.
Bekering is de eerste stap, maar zonder geloof werkt het niets uit. Dus moeten we geloof hebben en dan gaat het wat uitwerken. De bijbel vertelt ons dat we geloof moeten hebben om eeuwig leven te ontvangen (Marc. 16:16, Joh.3:16).

Werelds geloof <=> Bijbels geloof

Allereerst moeten we onderscheid maken tussen de Bijbelse definitie van geloof en de wereldse definitie. De wereldse definitie van geloof is niets meer dan een losse veronderstelling, zoiets als "ik geloof het wel". Het volgende wordt er mee bedoeld: "ik denk van wel, maar ik weet het niet zeker". Dit is niet wat de Bijbel met geloof bedoelt. Wanneer de Bijbel spreekt van geloof in God, dan wordt er niet bedoeld: "ik geloof in God, maar ik weet het niet zeker". Het bijbelse geloof staat loodrecht tegenover het niet zeker weten. Laten we maar eens lezen wat er in Hebreeën 11 vers 1 staat:

Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.

Hier zien we gelijk al het verschil, namelijk dat het geloof waar de bijbel over spreekt een zekerheid en een bewijs is. Geloof is dus een overtuiging dat iets dat nog niet zichtbaar is zal gebeuren. Dit geloof brengt bovennatuurlijke resultaten voort, waarvan je normaal zou zeggen dat het onmogelijk is dat zoiets kan gebeuren. Maar het is mogelijk door geloof. Lees maar eens wat Jezus zegt in Marc. 11:23-24:

  1. Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden.
  2. Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.

Dit is een krachtige uitspraak. Wanneer we geloven zonder enige twijfel, dan kunnen we bij wijze van spreken de bergen in zee werpen. Heel vaak sluipt er echter toch twijfel in onze harten en werkt het geloof niet datgene uit waarop we hopen. Ook in de Bijbel vinden we hier een voorbeeld van. Je kunt het vinden in Matteüs14:23-33. Vol geloof stapt Petrus de boot uit en loopt over het water naar Jezus, maar ineens komt er toch twijfel en "verliest" hij zijn geloof en zinkt gelijk in het water. Wanneer ze later weer in de boot zijn, vermaant Jezus hem met "kleingelovige". Deze uitspraak van Jezus geeft aan, dat er dus verschil zit in de mate van geloof. Je kunt dus "klein" geloof hebben, maar hoe krijg je dan "groot" geloof? Voordat we daar naar gaan kijken is het goed om na te gaan waar het geloof vandaan komt. Dit kunnen we lezen in Efeze 2 vers 8:

"Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God;"

Geloof is een gift van God, het is een deel van God zelf. Iedereen die zich bekeert zal van God een mate van geloof ontvangen, zoals staat in Romeinen 12:3:

"Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld."

We ontvangen dus een mate van geloof van God. Hoe zit dat dan als er over "klein" gelovigen wordt gesproken. We weten dat God ons alles in overvloed schenkt. Wanneer God ons dus geloof heeft gegeven, dan heeft hij dat ook in overvloed gegeven. Het gel of om bergen in de zee te werpen, hebben we ontvangen, we moeten het alleen benutten en activeren. Hoe kunnen we ons geloof activeren? Romeinen 10:17 zegt:

"Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus."

Geloof komt door het woord van God. Dus door het bestuderen van Gods woord, de Bijbel, zul je God gaan leren kennen. De hele Bijbel staat vol over geloof. Wanneer je het leven van Jezus bekijkt, dan zul je ook ontdekken wie God is. Het hele doen en laten van Jezus spreekt van geloof. Wanneer hij voor iemand bad, dan was er geen twijfel in Hem. Degene waarvoor gebeden werd die genas, werd bevrijd of wat dan ook. Jezus handelde zoals Hij zijn Vader had zien handelen. Want zoals Jezus zegt "Wie mij heeft gezien, heeft de Vader gezien". Wanneer je Gods wil leert kennen, dan zul je je geloof ook meer en meer gaan benutten.

Wederstaat de duivel

Ook de duivel weet wat geloof in God kan uitwerken. Hij weet dat, als je sterk staat in je geloof, hij niets kan uitrichten, dan heeft hij geen vat op je. Daarom zal hij er alles aan doen om je van je geloof af te helpen, om je te laten twijfelen. Hij zal het niet nalaten om, iedere keer als je bidt voor iets, je in je oor te fluisteren dat je niet genoeg geloof hebt. Hij zal er alles aan doen om je geloof "klein" te houden. Hij weet dat als het geloof een vaste overtuiging in je hart wordt, hij zal moeten vlieden. Jac. 4:7 zegt:

"Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden."

Hoe moet je weerstand aan de duivel bieden? 1 Petrus 5 zegt:

"Wederstaat hem, vast in het geloof"

Hoe kunnen we hem dan weerstaan met ons geloof? Ook hier geeft de bijbel antwoord op en wel in Efeze 6 vers 16 waar staat:

"neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven"

Zie je hoe krachtig dit is! Door het schild van geloof op te nemen kunnen we ALLE brandende pijlen van de boze doven. Met andere woorden: de duivel heeft geen ingang meer in je leven. Geen wonder dus dat hij er alles aan zal doen om je geloof klein te houden.

Activeer geloof

Wanneer je bijvoorbeeld bidt voor iemand, geloof dan dat het iets zal uitwerken. Dit geldt ook voor degene waarvoor gebeden wordt. Maar geloof alleen is niet voldoende, er moet ook een actie uit volgen, een stap in geloof. Laten we Lukas 5 vers 17-26 maar eens lezen, dan zal het duidelijk worden wat ik bedoel. Misschien ken je dit verhaal wel uit de kinderbijbel. De verlamde man die door zijn vrienden door een gat in het dak naar beneden wordt gelaten en aan de voeten van Jezus wordt gelegd. Jezus keek naar de verlamde man en zijn vrienden, en het eerste dat hij zag was geloof. En omdat Jezus geloof zag, kon hij handelen. Hij zei tegen de verlamde "tot u zeg Ik, sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis." De verlamde man zette een stap in geloof, hij bleef niet liggen, maar hij activeerde zijn geloof en stond op. Als je gelooft dan zal dit geloof ook een resultaat hebben. Jezus leert ons het volgende in Matteüs 21:22 "En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen."

"Geloof is de sleutel om God in beweging te zetten!!"

Groot geloof

Tijdens het leven van Jezus werd Jezus een aantal malen "verrast" toen hij mensen tegenkwam met een "groot" geloof. Lees Matteüs 8:5-13 maar eens. De hoofdman wist dat er maar één woord van Jezus nodig was om zijn dienstknecht te genezen. Een ander voorbeeld staat in Matteüs 15:22-28. De vrouw liet zich niet afschepen door Jezus, maar bleef volharden.

Geloofshelden

Wanneer je de bijbel leest kom je heel veel geloofshelden tegen. Mannen en vrouwen die hun geloof gegrondvest hadden in God. Wanneer je leest en ziet hoeveel geloof deze mensen hadden in God, dan kun je ervan op aan dat dit ook resultaat had. Soms was er maar één instructie van God nodig om een geloofsheld te activeren. We gaan al deze gebeurtenissen nu niet lezen, maar er is een hoofdstuk in de bijbel waar heel veel van deze geloofshelden opgenoemd worden. In Amerika hebben ze de "Hall of Fame", een plek voor beroemdheden. De Bijbel heeft zijn eigen "Hall of Faith", een plek voor geloofshelden. Lees Hebreeën 11 maar eens, en laat je geloof opbouwen.

Kenmerken van geloof

  • Geloof in God bevestigd (2Kron. 20:20)
  • Geloof is Hem welgevallig (Hebr. 11:6)
  • Geloof is een gift van God (Efe. 2:8)
  • Geloof is een zekerheid (Hebr. 11:1)
Deel dit bericht op:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.